Biopsychosociaal model

 

Biopsychosociaal model

 

 

Voorbeschikkende factoren

 

 

Biologisch

Psychologisch

Sociaal

Genetica (aangeboren

kwetsbaarheid)

Chronische ziektes

Ernstige ziekte op de kinderleeftijd

Stress in dagelijks leven

Psychisch (jeugd) trauma

Fysieke, seksuele of emotionele mishandeling

Hoge eisen stellen

Overactiviteit

Jeugdtrauma

Onveilige hechting

Depressieve stoornis

Angststoornis

PTSS

Andere psychiatrische ziektes

Persoonlijkheidskenmerken (alexithymie, neuroticisme)

Ervaring met ziekte in familie

Omgang met ziekte familie

Persoonlijke behoeftes verwaarlozen

Culturele overtuigingen en verwachtingen

Organisatie van gezondheidszorg

 

Direct uitlokkende factoren

 

 

Biologisch

Psychologisch

Sociaal

Infectieziekte

Ongeval/ fysiek trauma

Operatie

Slaapproblemen

Teveel stress

Depressieve stoornis

Angststoornis

Andere psychiatrische ziektes

Recente gebeurtenis die vroeger trauma oproept

Contact met belangrijke anderen die mishandelden

 

Negatieve ingrijpende gebeurtenissen

Sociale afwijzing

Moeilijke leefomstandigheden

Hoge werklast

Veel aandacht in de media voor bepaalde gezondheidsproblemen

 

Onderhoudende factoren/

Gevolgen van de klachten

 

 

Biologisch

Psychologisch

Sociaal

Conditieverlies ondergewicht/overgewicht

verstoord slaap-waak ritme

Verhoogde gevoeligheid en waarneming (sensitisatie, hypervigilantie)

Piekeren, negatieve gedachtes

Angst

Depressieve stoornis

Dysfunctionele gedachtes over ziekte

Lage zelfwaardering

Verkeerde attributies

Catastroferen

Rol en gedrag dokter Overactiviteit

Gebrek aan sociale steun

Ziektewinst

Aangeleerd gedrag

Overbezorgde naasten

 

 

 

Bron: WONCA 2017

Veel voorkomende instandhoudende factoren:

 

Somatisch:

Slaapproblemen

Slechte lichamelijke conditie

Afwijkend voedingspatroon

Verhoogde gevoeligheid voor lichamelijke sensaties

 

Cognitief:

Gebrek aan acceptatie

Preoccupatie met klachten

Ziekteangst

Ervaren van weinig invloed op de klachten

Kinesiofobie (angst om te bewegen)

Piekeren en doemdenken

 

Emotioneel:

Frustratie

Schaamte

Alexithymie (gevoelens niet kunnen ervaren herkennen en omschrijven)

 

Gedragsmatig

Overmatig zorg gebruik

Vermijdingsgedrag

Alles of niets gedrag

Te hoge eisen stellen aan zichzelf

Moeite met hulp vragen

 

Sociaal

Bagatelliseren van klachten door omgeving

Over beschermende houding van naasten

Verstoorde relatie met hulpverleners

Problemen met functioneren in eigen rol en/of stressvolle omstandigheden

Ervaren van onvoldoende erkenning van de klachten